To fast or not to fast

Er loopt deze dagen een scherpe scheiding tussen de mensen in de witte stad. De lijn snijdt er midden door, tussen zij die vasten en zij die niet vasten.

Onze nanny vast. Zij is Filippijnse en devoot christen, maar ook een bekeerlinge aan de islam via de liefde. De man met wie ze tijdens het suikerfeest hoopt te trouwen, is Jordaniër. En moslim. Hij vast. En zij vast mee. Om twee uur ’s nachts staat ze op en kookt voor hem. Ook op zo’n ontieglijk uur moet de liefde van de man wel door de maag gaan. De hele dag raakt ze geen druppel water aan. Maar ’s avonds, net voor de muezzin gaat zingen, posteert ze zich met een glas aan de kraan. Het water kolkt haar keel binnen. Zo luid en gulzig dat wij de muezzin niet meer horen.

Muntasser vast vast niet. Bij klaarlichten dag stijgen geuren van gebakken boontjes met ajuin uit zijn conciergekotje in ons gebouw omhoog. Hij is Egyptische Koptische christen met een kruisje op zijn pols getatoeëerd. In onze voortuin op het drempeltje drinkt hij muntthee met zijn Koptische vriend. Zomaar midden op de dag. Onze Amerikaanse vriendin die de kinderen komt ophalen, loopt geschokt langs hen tot bij onze voordeur. ‘Moeten zij niet vasten?’

Ik leg aan de kinderen uit dat wij nu beter niet op straat eten en drinken. En Julie verbetert mij, de kinderen moeten niet vasten, hebben de hongerige juffen op school uitgelegd.

Ramad-aan, zegt Laïsje wijs. Ze legt een mokerslag van een klemtoon op de laatste lettergreep, en een Westvlaamse zware ‘a’ die niet vreemd is aan het Arabisch.

Hand in hand zwerven wij door de gangen van de kleuterschool. Nog meer dan anders vergapen wij ons aan de kunstwerken tegen de muren. Vorige week nog stond er een koe, met een uier die je echt kon melken – ongelofelijk wat je allemaal met een latex-handschoen kunt doen. Deze week hangen er papieren lampionnen, glittermanen en pailetten sterren. Zij wrijft er met een vingertje over, die glitter steekt haar ogen uit.

Doen Moene en Papoe ook Ramadan nu? Sommige waarom-vragen komen vermomd. Ik zeg dat ik bijna zeker weet van niet en wil haar ongevraagd ook de reden daarvoor meegeven. Maar ze fladdert alweer naar de volgende ster.

Mijn meest beminnelijke Jordaanse collega vast zeker wel. Wanneer hij mijn telefoontje beantwoordt, vraag ik eerst hoe het met hem in de Ramadan gaat. Het terreinwerk, bedreigde trekvogels inventariseren in de windmolenparken langs de hete riftvallei, is achter de rug. Het trekseizoen is voorbij. De vogels zijn ter bestemming. Nu is het binnenzitten voor hem, rapporten tikken. Hij is een buitenmens maar vindt dat vast niet erg nu.

Kamagra cialis buy uk is successfully used for curing ED can be afforded by any person. Regular intake of eggs boosts secretion of testosterone and energized the reproductive system. viagra sales online Therefore, you must have to keep fait on the available scopes and above all levitra price on you also. The ability to enjoy a healthy and satisfactory intimate relationship can be a big problem for some women. generic viagra generic
Wij vasten niet. Wel wachten wij met eten op ons terras buiten tot het uur dat de muezzin met zijn gloeiende stem tot bidden oproept. In deze holy maand klinkt dat meer als ‘komen eten!’ want daarna gaat er een Mexican wave van gerommel met bestek door de stad. En wordt het heel stil. Dan gaan wij het terras op en drinken toch alcohol. Soms een glas teveel. Het is ook de tijd van het jaar dat goeie vrienden voorgoed vertrekken, en die moeten uitgewuifd. Dan wil een glaasje al eens helpen.

Op zulke momenten zeg ik ‘Ramallah’ terwijl ik Ramadan bedoel. Dat komt misschien omdat wij in zo’n bloedingewikkelde regio wonen, waar ik over woorden en nieuwsfeiten struikel, en ik gisteren, tijdens alweer een afscheid, met de meest optimistische Palestijnse jongeman de bezetting van Ramallah heb herbeleefd. In Palestina heeft hij nooit gewoond. En toch is hij van daar. Zijn grootouders zijn van Jaffa naar Jordanië gevlucht. In 1948. Naar een klein huisje in het armere Oost-Amman. Zijn grootmoeder heeft nooit naar een ander huis willen zoeken. Dat vond ze niet nodig, ooit zou ze toch weer naar huis gaan. Naar Palestina. De oma is gestorven. In Amman. De sleutel van het huis in Jaffa heeft ze altijd bijgehouden. In Jaffa heeft men de sleutel niet gemist. Het huis is ondertussen weer bewoond. Een Joodse familie is er in getrokken.

Unwithnessed memories. Ik zie een jonge vrouw op de vlucht naar de Belgisch-Franse grens, in Kortrijk is de Tweede Wereldoorlog te dichtbij gekomen. Zij is mijn grootmoeder. In haar valies steekt een broodmes en wat peperkoek. En hoe haar verhaal ook een beetje onder mijn vel is gekropen. Maar ‘Duitsers’, dat  zijn voor mij al lang gewoon weer mensen afkomstig uit Duitsland.

De Palestijnse kleinzoon is naar Jaffa gegaan. Met in zijn broekzak de sleutel. Aan het huis dat wel en niet van hem was, heeft hij aangeklopt. Ze hebben hem binnengelaten, het waren vriendelijke Joden, zegt hij met een glimlachje. Ze hebben hem rondgeleid. En hij, hij heeft met troebel zicht gekeken naar de grond waar zijn voorouders niet gestorven zijn.

To fast or not to fast, is not the question. Maar desalniettemin, aan allemaal: Ramadan kareem! Wat het ook omvat, ik wens dat er hoop tussen zit. If not fast, then slowly but steadily.

Ramadan Kareem!, door Julie en Laïs

 

This entry was posted in in Jordanie. Bookmark the permalink.

2 Responses to To fast or not to fast

  1. een ontroerde Nadincita says:

    Weer een pareltje dat schittert in jullie bloghut!

    Dankjewel lieve Marjanne. Ramadan Kareem.

  2. Sieska says:

    Deze was mij in de drukte van ons kersvers gezinnetje wat ontsnapt. Het mailtje stond als ongelezen en vandaag bij het opkuisen van mijn mailbox herontdekte ik het. Eventjes terug in Amman :-). Heel mooi weeral!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *